Elisabeth Catharina Springorum (1702 - 1758)

Koert Strijk

Elisabeth Catharina Springorum (1702 - 1758)

Afbeelding: Ondertrouwakte Koert Strijk en Elisabeth Catharina Springorum. (26 April 1742)

Elisabeth Catharina Springorum

Al ruim vóórdat de broers Willem en Barend Springorum rond 1765 vanuit Heinrichenburg naar Amsterdam verhuisden, verschijnt de naam Springorum al in de Amsterdamse archieven. Tussen 1742 en 1758 zijn er vier vermeldingen van Elisabeth Catharina Springorum terug te vinden: een ondertrouwakte, een testament, een registratie van haar overlijden en een kwitantie betreffende haar nalatenschap.

Ondertrouwakte met Koert Strijk

In 1742 trouwt Elisabeth Catharina Springorum uit Ende met Koert Strijk. Zij is op dat moment ongeveer veertig jaar oud, wat haar geboorte rond 1702 plaatst. De aanduiding “oud doot” werd destijds doorgaans gebruikt om aan te geven dat iemand eerder gehuwd was geweest. Uit eerdere doopregistraties, waarin Koert Strijk samen met Maria Strijk als getuige optreedt, kan worden afgeleid dat Maria waarschijnlijk zijn eerste echtgenote was.

Coert Strijk, van Amsterdam, oud 42 jaar, wonende op de O.Z. Achterburgwal, oud doot geassisteerd met Tomas Bosman; & Elisabeth Catharina Springoorum, van Ende, oud 40 jaar, woonachtig als voorn., oud doot geassisteerd met Claas Swaan.

Bron: Gemeente Amsterdam Stadsarchief: Ondertrouwregister

Koert Strijk

De naam Koert Strijk verschijnt meerdere malen in de AMsterdamse archiven:

  • 05-08-1731 Getuige Coert Strijk, samen met Maria Strijk bij doop Alette Kroon (Gerrit Kroon & Aletta Strijk)
  • 19-09-1734 Getuige Coert Strijk, samen met Maria Strijk bij doop Maria Strijk (Roelof Strijk & Magdalena Barents)
  • 15-04-1735 Getuige Vechtpartij op de Nieuwe Markt (beroep koert is schoenlapper)
  • 30-08-1741 Getuige bij testament van Alida van Weweenen, weduwe van Simon van Santen
  • 28-05-1751 Getuige lossen 10 balen peper gewogen (beroep Koert: arbeider)
  • 19-05-1753 Getuige testament Jan Mulder, afkomstig uit Flöten in Brandenburg

Testament Strijk & Springorum

Op 19 november 1744 lieten Koert Strijk, kruijer en pakker in de Bloedstraat te Amsterdam, en zijn echtgenote Elisabeth Catharina Springorum bij notaris Salomon Dorper hun gezamenlijk testament opmaken. Zij benoemden elkaar tot enige en algehele erfgenaam. Eventuele kinderen zouden door de langstlevende worden opgevoed en hun erfdeel pas ontvangen bij meerderjarigheid of huwelijk.

Voor het geval er geen kinderen of nakomelingen in leven zouden zijn, werd vastgelegd dat uit hun gezamenlijke boedel legaten moesten worden uitgekeerd aan enkele familieleden. Dit geeft niet alleen inzicht in hun directe omgeving in Amsterdam, maar ook in de familiebanden van Elisabeth richting Brandenburg.

Begunstigden en legaten:

  • Alatta Strijk – 50 gulden
  • Mavie Strijk – 50 gulden
  • Annibille Strijk – 50 gulden
  • Leendert Strijk – 50 gulden
  • Roelof Strijk – 50 gulden
  • Bernhardus Frederik Hendrik Springorum, broer van Elisabeth, wonend te Onna in Brandenburg – 150 gulden

Op heden den negentienden november des jaars zeventienhonderd vier en veertig, des avonds de klokke ruim zeven uuren, compareerden voor mij Salomon Dorper, openbaar notaris tot Amsterdam, bij den Ed: Hove van Holland geadmitteerd, ende voor de getuijgen nagenoemt:

de eerzame Coert Strik, kruijer en pakker, en de eerbare Elisabeth Catharina Springorum, echtelieden, woonende in de Bloedstraat alhier ter stede, boven een stal, aan mij notaris en getuigen bekend, gezond van lichaam en bij ’t volle gebruik en wezen van haarlieder verstande, zo dat genoegzaam en klaar bleek.

Dewelke, uit overdenkinge des doods, van voornemens waren geworden over haarlieder nalatenschap, die zij in gemeenschap komen te bezitten, te willen disponeeren en haarlieder testament op te richten, in manieren navolgende:

Click to expand

Eerstelijk, haarlieder zielen bevelende in den onbegrijpelijke barmhartigheid Gods, en hun lichamen aan de aarde, roepende en vernietigende alle voorgaande testamenten, codicillen en alle andere makingen van uiterste wil, voor dezen ooit of ooit gemaakt en gepasseerd.

En als nu geheel en al op nieuw overgaande tot dispositie over haarlieder voornoemde nalatenschap, daarin verklaarden zij elkander over en weder, dat is: de eerststervende de langstlevende van hen beiden, tot elks enige en algehele erfgenaam te benoemen en te institueeren, en dat met volle recht van bezit.

Echter, zo hij of zij als langstlevende mocht komen te overlijden en kinderen of kindskinderen bij elkander verwekt int leven mochten nalaten, alsdan zal de langstlevende gehouden zijn dezelve op te voeden en groot te maken, en gekomen zijnde ten mondigen dage of in huwelijkse staat, aan dezelve uit te zetten en ten huwelijk mede te geven zoveel als de langstlevende zal goedvinden en verstaan te behoren.

En in geval de langstlevende wederom zoude hertrouwen, zal dezelve gehouden wezen aan de kinderen bewijz te doen van vaders of moeders goed, en dat ten overstaan van twee eerlijke manspersonen, zelf te verkiezen, zoveel of weinig als de langstlevende zal verstaan te behoren.

Welke bewezen goederen of penningen onder de langstlevende zullen blijven berusten tot dat de kinderen meerderjarig worden, of eerder in het huwelijk treden, en onderwijl zal de langstlevende daarvan de vruchten genieten.

In welke opvoeding, grootmaking en het doen van bewijs, of wel in de vruchten daarvan, zal de langstlevende geacht worden voldaan te hebben aan de legitieme portie van de kinderen.

In geval er na hun beider overlijden kinderen of kindskinderen zouden overblijven, worden deze tot hun erfgenamen benoemd.

Voorts stelden de testateurs elkander over en weder tot uitvoerders en executeurs, mitsgaders tot voogd en voogdes over de kinderen, en tot administrateurs van derselver goederen. Na het overlijden van de langstlevende zullen zij alsdan ook de bevoegdheid hebben andere personen als voogden te benoemen, met alle macht van substitutie en surrogatie als naar rechten toekomt.

Verder met uitsluiting van de heren weesmeesters, zowel van deze stad als van andere steden en plaatsen waar hun sterfhuizen mochten komen te vallen.

En verklaarden de testateurs van goeder zijde geen ouders in leven te hebben.

Voorts was hun beider wil en begeerte dat, zo zij beiden mochten komen te overlijden zonder kinderen of hun nakomelingen, na het overlijden van de langstlevende, uit het overschot van de gemeene boedel zouden worden uitgekeerd en voldaan de volgende legaten:

  • aan Alatta Strijk, de som van vijftig gulden;
  • aan Mavie Strijk, de som van vijftig gulden;
  • aan Annibille Strijk, de som van vijftig gulden;
  • aan Leendert Strijk, de som van vijftig gulden;
  • aan Roelof Strijk, de som van vijftig gulden.
  • En voorts aan haar broeder Bernhardus Frederik Hendrik Springorum, wonende te Onna in Brandenburg, zo hij in leven mogte zijn, de som van honderdvijftig gulden.

    Al hetwelk hun voorgelezen en duidelijk verklaard zijnde, verklaarden zij testateurs dit te wezen hun uiterste wil en laatste testament, welk zij uit vrije beweging hebben gemaakt, ordonnerende en begeerende dat hetzelve alzo zal worden opgevolgd en nagekomen.

    Hetzij als testament solemneel of als codicil, of anderszins, zoveel en zodanig als het naar rechten kan en mag bestaan.

    Aldus gepasseerd binnen Amsterdam, ten woonhuize van de testateurs, in tegenwoordigheid van Jan Fedeina, schoenmaker in de Gasthuissteeg, en Hendrik Claus, winkelier in de Sloofsteeg, als getuigen. Getekend (of gemerkt): Coert Strik (merk) Elisabeth Catharina Springorum (merk) Jan Fedeina Hendrik Claus S. Dorper, notaris

  • Bron: Gemeente Amsterdam Stadsarchief: Notariële archieven

    Overlijden Elisabeth Springorum

    Begin 1758 overleed Elisabeth Springorum. Haar begrafenis werd op 11 januari 1758 in de registers vastgelegd.

    Overlijden%20-%20Springorum,%20Elisabeth%20Catharina%20%281758%29

    Januarij, Ao̳ 1758

    Do̳ Elisabeth Springori, huysvrouw van Koert Strijk in de Bloetstraat.

    Bron: Gemeente Amsterdam Stadsarchief: DTB Begraven

    Kwitantie uitbetalen legaat

    Kort na het kinderloze overlijden van Elizabeth Catharina Springorum, kwam haar broer Bernhardus Fredrik Hendrik Springorum met zwager Koert Stryk overeen dat hij, in plaats van het in haar testament bepaalde legaat van 150 gulden, 100 gulden ineens ontving, waarmee de zaak volledig was afgedaan.

    Koert Stryk betaalde dit bedrag “uit vriendschap en welwillendheid”, en Bernhard verleende hem hiervoor een finale kwitantie, waarmee de kwestie werd afgesloten.

    10 Maart 1758

    Compareerde de Eerwaarde Bernhardus Fredrik Hendrik Springorum, woonachtig te Onna in het Brandenburgse, doch zich thans bevindende binnen deze stad.

    De comparant verklaarde hoe zijn zuster, wijlen Elizabeth Catharina Springorum, samen met haar echtgenoot Koert Stryk, bij uiterste wil en testament, opgemaakt den 19 november 1744 voor mij, notaris, en zekere getuigen gepasseerd, hun nalatenschap hadden beschikt.

    Click to expand

    Eerstelijk hadden zij elkander over en weder ingesteld tot enige en universele erfgenamen. Voorts hadden zij bepaald, dat indien beiden zonder kinderen zouden komen te overlijden, na het overlijden van de laatststervende, hetgeen van de gemeenschappelijke boedel onverbruikt en ongeconsumeerd zou overblijven, door de langstlevende niet verteerd, zou worden nagelaten aan genoemde Elizabeth Catharina Springorum.

    Deze had bij datzelfde testament gelegateerd en toegescheiden aan haar broer, de comparant in dezen, mits hij nog in leven zou zijn, de somma van honderdvijftig guldens.

    Nu is het zo, dat de genoemde zuster inmiddels overleden is, zonder kinderen na te laten. De comparant heeft zich verstaan met zijn zwager, de genoemde Koert Stryk, en met hem overeengekomen dat, in plaats van de volle legatiesom van honderdvijftig gulden bij diens overlijden, deze hem reeds thans, bij leven, zou voldoen een bedrag van honderd gulden, in eens en voor altijd, tot finale voldoening en extinctie van gemeld legaat.

    Hoewel daartoe niet gehouden, heeft genoemde Koert Stryk, enkel uit vriendschap en welwillendheid, hierin bewilligd en de somma van honderd gulden contant aan de comparant uitgekeerd.

    De comparant verklaarde daarop uit handen van zijn voornoemde zwager Koert Stryk te hebben ontvangen, de genoemde honderd gulden, en wel in de plaats van de eerder bij testament beloofde honderdvijftig gulden, en dit als volle en finale voldoening van het hem door zijn zuster Elizabeth Catharina Springorum gemaakte legaat.

    Weshalve de comparant bij dezen verklaart zijn zwager Koert Stryk, diens boedel en erfgenamen, finaal en volkomen te bedanken, te kwiteren en te ontslaan van alle verdere aanspraken en navorderingen uit hoofde van genoemd testamentair legaat.

    Waarvan deze finale en volkomen kwitantie is gepasseerd, onder verband van zijn persoon en goederen.

    Aldus geschied en gepasseerd binnen Anwald, in tegenwoordigheid van de getuigen Johannes Heynchen en Isaac Wunderfinden, die dit mede hebben ondertekend.

    (getekend)

    Bernhardus Fredrik Hendrik Springorum

    Johannes Heincken

    Isaac van der Linde

    Bron: Gemeente Amsterdam Stadsarchief: Notariële archieven